Jaloers zijn is simpel. Je ziet iets dat je ook wilt maar
niet hebt en daar bent je pist om. Het kan alles zijn: van mooi haar tot de
perfecte carrière. Het is echter een verkeerde houding. En iedereen weet het. En
toch. We kunnen bijna niet anders.
Invidia is één van de zeven hoofdzonde. Een zonde die we
bijna dagelijks begaan. Sociale media wakkert het vlammetje al snel aan, want
we posten enkel de beste foto’s van het leukste moment. Op facebook krijgt
iedereen zijn diploma, zijn rijbewijs of promotie. Niemand deelt zijn rotte
maandag.
Jaloezie wordt zo dagelijks gevoed. Het is niet de ene
blogster van Australië met een lekkere cocktail in een onbetaalbaar resort die
ons nijdig maakt. Het zijn onze kennissen. Mensen waarmee je je kunt
identificeren en die het beter hebben dan jij. Dan denken we snel: waarom zij
wel en ik niet? Er is een andere manier, denk ik, een moeilijkere wel is waar.
Er is een woord voor positieve jaloezie: bewondering. In
plaats van onze Kalimero boven te halen zoals we dat nogal al te graag doen,
kunnen we Succesvolpersoon X, het object van onze jaloezie, bewonderen. Ze het
gunnen. En leren.
Hoe heeft die dat bereikt? Hoe kan ik dat bereiken? Als ik
nu jaloers ben, betekent dat dat ik het ook eigenlijk wil, maar niet heb. Hoe
komt dat? Daar wordt het moeilijk.
Het eist een portie zelfreflectie, die pijn kan doen. Want
we riskeren onze manier van leven overboord te moeten gooien om ons doel te
bereiken. Dat is eng. Huiveringwekkend zelfs.
Het hangt af van hoe erg je dat wilt bereiken. Van hoe eerlijk je tegen jezelf bent.
Het hangt af van hoe erg je dat wilt bereiken. Van hoe eerlijk je tegen jezelf bent.
“Alles willen maar niet bereid om te zoeken,” zingt Wally in
Misère. Zijn woorden gaven mij rillingen, zoals pijnlijke waarheid dat effect
kan hebben. Dat is geen leven. Dus ik doe mijn best mijn Invidia om te zetten
in bewondering. En te werken voor wat ik wil. Toi aussi?
Bisous
Je kleine schrijver
Lina
Geen opmerkingen:
Een reactie posten